Er zijn veel verschillende ‘hypes’ die allemaal weten wat gezond eten is. Hoe ver deze hypes ook uit elkaar kunnen liggen. Het is tegenwoordig ontzettend moeilijk om een keuze te maken. De één zegt dat plantaardig eten de sleutel is terwijl de ander dit principe volledig tegenspreekt. Daarom verdiep ik me liever in de anatomie en geschiedenis van de mensheid. En dat deed Weston Price ook: tandarts en voedingswetenschapper uit de jaren 30 van de vorige eeuw.
Het volgende artikel is gebaseerd op de ontdekkingen van deze tandarts/voedingsonderzoeker. Weston Price heeft het grootste voedingsonderzoek ooit uitgevoerd.
Wie is Weston Price?
Deze tandarts heeft in de jaren 30 onderzocht hoe het mogelijk dat de westerse maatschappij in tegenstelling tot robuuste inheemse volkeren degeneratieve aandoeningen hebben en steeds zwakker worden. Voorbeelden van deze degeneratieve aandoeningen zijn cariës, misvormingen in de beenderen van de mens en chronische ontstekingen waar we vandaag de dag aan leiden.
Weston Price concludeerde dat de inheemse volkeren waaronder verschillende indianenstammen, Eskimo’s, Melanesiërs, Australische Aboriginals en meer, op uitzonderingen na niet leiden aan degeneratieve ziekten en dat zij verkeren in ultieme gezondheid. Het immuunsysteem van deze volkeren blijkt enorm sterk te zijn ten opzichte van die van de blanken in de westerse maatschappij.
Blank gemaksvoedsel
Weston Price zag dat westerlingen zich overgeven aan blank gemaksvoedsel, bestaande uit geraffineerde koolhyraten, granen, suikers, frisdranken en gefabriceerde vetten. Deze zijn desastreus voor de mens en zorgen volgens hem voor misvormingen in de beenderen, slechtere genenexpressies bij de volgende generatie en meer ontstekingsziekten. Hierdoor treden tekorten op in vitaminen en mineralen.
Weston Price ontdekte: dierlijke voeding is de basis
Een kenmerk van deze stammen is dat zij allen in hun dieet veel dierlijke voeding consumeren waaronder bijvoorbeeld zee- en schaaldieren, orgaanweefsels en volle rauwe melkproducten in combinatie met groente en fruit.
Het menselijk lichaam is opgebouwd uit 18 elementen die mineralen worden genoemd die allemaal essentieel zijn om in goede gezondheid te verkeren. Buiten het feit dat we deze mineralen tot ons moeten nemen, moeten ze ook opgenomen kunnen worden door het lichaam zodat alle orgaanfuncties ontwikkeld en onderhouden kunnen worden. In tegenstelling tot de natuurvolkeren gebeurt dit echter in vele mindere mate bij de westerse beschaving.
Om deze mineralen goed op te kunnen nemen zijn er vaste hoeveelheden organische katalysators en activerende stoffen nodig. Deze stoffen worden ook wel vitaminen genoemd. Uit verschillende experimenten blijkt dat de mens, in tegenstelling tot sommige dieren, niet in staat is om deze vitaminen in voldoende hoeveelheden zelf aan te maken. Diverse dieren beschikken wel over deze capaciteit.
Vette voeding bevat vet-oplosbare vitaminen en mineralen
Wij mensen zijn genoodzaakt deze activators (waaronder de in vet oplosbare vitaminen) en mineralen uit voeding te halen. De naam zegt het al: vet-oplosbare vitaminen zijn vitaminen die zijn opgelost in vetten. Het is daarom logisch dat hoe vetter een product is, hoe meer vet-oplosbare vitaminen en mineralen erin zitten opgelost.
Magere varianten van vet bezitten alleen nog maar sporen van vitaminen en mineralen waardoor er al snel een tekort ontwikkeld wordt. Kies daarom altijd voor de volle producten zoals volle melk!
Ons natuurlijke dieet blijkt gericht te zijn op dierlijke vetten en eiwitten
Ieder natuurvolk consumeert deze dierlijke vetten op een andere manier. Dierlijke voeding die wordt geconsumeerd zijn vis- en schaaldieren, vogels, rood vlees, melk- en melkproducten, eieren, insecten en reptielen. Het is afhankelijk van het leefgebied welke van bovengenoemde voedingsmiddelen de volkeren tot zich nemen.
Eskimo’s eten bijvoorbeeld voornamelijk vis terwijl de Zwitserse natuurvolkeren in de Alpen goed functioneren bij volle, rauwe melkproducten. Wat al deze volkeren met elkaar gemeen hebben, is dat ze alles van het dier tot zich nemen: zuivel, orgaanweefsel, huid, vet en botten.
De botten worden soms gebruikt om soep te maken vanwege het hoge mineraalgehalte wat daarin zit opgeslagen. Het spiervlees wat wij het meeste consumeren wordt door deze volkeren zelfs aan de honden gevoerd omdat het minder voedzaam is dan bovengenoemde onderdelen van het dier!
Weston Price ontdekte de beste bot-opbouw onder de volkeren die voornamelijk vis- en schaaldieren aten.
4 keer zoveel calcium en 10 keer zoveel vet-oplosbare vitaminen
Weston Price heeft ontdekt dat natuurvolkeren 4 keer zo veel calcium en 10 keer zoveel vet-oplosbare vitaminen uit dierlijke producten opnemen dan de gemiddelde Amerikaan. Price ontdekte dat we vette voeding in combinatie met de vet-oplosbare vitaminen A en D (activators) nodig hebben om mineralen op te kunnen nemen om het menselijk gestel in stand te houden.
Conclusie: dierlijke vetten staan aan de basis voor een hogere vitamine- en mineraalopname!
Vitamine D
Een groot deel van de westerse beschaving lijdt aan een tekort aan vitamine D welke uit voornamelijk zonlicht te verkrijgen is. Omdat een groot deel van de westerse bevolking relatief ver van de evenaar woont, is het erg moeilijk om altijd genoeg vitamine D in je lijf opgeslagen te hebben. Deze essentiële vitamine is behalve uit zonlicht ook uit voeding te verkrijgen, dierlijke voeding wel te verstaan.
De vitamine D-groep van activators is afwezig in bijna alle plantaardige producten. Helaas beschikt de mens, in tegenstelling tot dieren, niet over de capaciteit om in voldoende hoeveelheden vitamine D uit plantaardig voedsel (D2) om te zetten in een voor het menselijk lichaam bruikbare activator (D3).
Aangezien dit in lichamen van verschillende dieren wél wordt omgezet in voldoende mate én in bruikbare vorm, zijn we genoodzaakt dierlijk voedsel te consumeren.
Deze vitamine D wordt in landvoedsel vooral in de orgaanweefsels van verschillende dieren aangetroffen wat voor de mens dus erg gezond is. Men moet dus beschikken over een volwaardige bron van dierlijk voedsel!
Voorbeelden van landvoedsel waar veel vitamine A en D in zit opgeslagen zijn: orgaanvlees, lever, roomboter, eigeel, en volle melkproducten van dieren die grasgevoerd zijn.
Voorbeelden van zeevoedsel waar veel vitamine A en D in zit opgeslagen zijn: visseneieren, vissenkoppen (voornamelijk de ogen), vette vis, schelpdieren en levertraan.
Conclusie
Wil jij jouw gezondheid naar een volgend niveau tillen? Laat je dan niet leiden door hypes. Ga terug naar de roots. Bedenk dat miljoenen jaren evolutie in jouw DNA gegrift staat. Die lekkere volvette producten zijn zo slecht nog niet. Sterker nog: ze zijn onmisbaar!
Lees het boek van Weston Price een keer door als je geïnteresseerd bent in gezondheid. Dikke aanrader!
Het volgende artikel over cholesterol gaat nog dieper in op het belang van dierlijke voeding:
Men moet beseffen dat vitamine D, die niet gemakkelijk door mensen in de juiste hoeveelheden kan worden aangemaakt, via dierlijk weefsel of andere dierlijke producten moet worden ingenomen. Tot op heden heb ik geen enkele primitieve groep gevonden die een voortreffelijke lichaamsbouw had en hield door volledig te leven op plantaardige voedingsmiddelen. – Weston Price
